paramita's

Paramita’s – De boot om aan de overkant te komen

“Geven” is het hout van de boot.
Light genoeg om te drijven, zonder een speelbal worden van de golven.
Dus: Veel weggeven maar wel genoeg over houden om mee te werken.

“Deugd” is de kiel van de boot.
Groot genoeg om de boot stabiel te houden, zonder dat het de boot belemmerd om vooruit te gaan.
Dus: De boddhisattva leef volgens de voorschriften maar behoud zijn/haar keuze vrijheid.

“Geduld” is de scheepsromp.
Breed genoeg om het dek te dragen, maar zonder het doorklievend vermogen te verliezen.
Dus de Boddhisattva neemt de weg van de minste weerstand.

“Inzet” is de mast.
Hoog genoeg om een zeil te dragen. Maar niet zo hoog dat de boot zal overhellen.
Dus de boddhisatva werkt hard, maar neemt ook de tijd om thee te drinken

“Meditation” is het zeil.
Strak genoeg om de wind (van karma) te vangen, zonder te scheuren in een storm. Dus de Boddhisattva heeft een kalme geest maar is niet “dood”

“Wijsheid” is het roer.
Het geeft de boot richting, zonder in cirkels te varen