De traditie van kluizenaars is diep geworteld in de Chinese cultuur en geschiedenis. Het gaat duizenden jaren terug. Een van eerste bewijzen hiervoor tref je in werken van Zhuang Zi (c. 369 – c. 286 BCE), waar je verhalen tegenkomt over kluizenaars die in harmonie met de natuur leven.
Een hele beroemde kluizenaar is Han Shan (Tang Dynasty 618–907). Hij was een excentrieke, lachende kluizenaar. Hij woonde in grotwoningen vlak bij een kloostertempel met de naam Guojing, waar hij van de zenmeester Fenggan soms wat te eten kregen.
Door de eeuwen heen werden Han Shan en zijn vriend een geliefd onderwerp voor Chinese en Japanse schilders. Ze worden afgebeeld in vodden, met wilde haren en een brede grijns.
Het zenboeddhisme en het taoïsme vormen een belangrijke voedingsbron voor zijn vele gedichten. Zie enkele voorbeelden van zijn gedichten.